BENODIGDHEDEN

• fermenteerpot met een waterslot

INGREDIENTEN

• 1 rode kool
• 1 tl zwarte peperkorrels
• 1 tl komijnzaadjes
• 10 g dille
• 1,5 tl ongeraffineerd zeezout (sel gris)
• 3% pekelwater (optioneel)

WERKWIJZE
Stap 1  Snijd de kool doormidden en verwijder de harde kernen. Verdeel de helften in parten en snijd de stukken in dunne reepjes op een mandoline of snijmachine. Het kan natuurlijk ook met een scherp mes.
Stap 2  Verhit de peperkorrels en komijnzaadjes kort in een droge koekenpan tot ze hun geur afgeven en plet ze in een vijzel. Snijd de dille fijn en voeg samen met de specerijen en het zout toe.
Stap 3  Meng de kool goed en wrijf stevig tussen de handen (‘masseren’) totdat de kool zachter begint te worden. Laat de kool 5 minuten staan en doe over in een steriele pot. Voeg de steranijs toe en druk de kool goed aan zodat het vocht boven de kool komt te staan. Als er te weinig water in de kool zit voeg dan een beetje pekelwater toe. Gebruik daarvoor een pekeloplossing van 3%. Dat is 30 gram ongeraffineerd zeezout per liter water.
Stap 4  Duw de drijvende koolblaadjes onder het water met behulp van keramische inmaakstenen. Verwijder de stukjes kool rondom de deksel en dek de pot af met de deksel en bevestig het lucht/waterslot. Laat de kool een week staan op kamertemperatuur. Na enkele dagen zullen er koolzuurbelletjes ontstaan en komt de kool ‘tot leven’. Het fermenteren komt nu goed op gang. Proef de kool na een week dagelijks totdat de je hem zuur genoeg vind. Verwijder de inmaakstenen en het waterslot en sluit de pot met een deksel. Zet de pot in de koeling om het fermantatieproces zoveel mogelijk te stoppen. De kool is nu klaar om te eten (in salades bijvoorbeeld) en kan tot een half jaar bewaard worden.